|
471,1 km en 105 sluizen |
Ons verblijf op de Somme hebben we zolang mogelijk gerekt omdat we het er zo heerlijk vonden maar uiteindelijk kwam toch het moment dat we weer terug waren bij Péronne, het begin punt. Ook al kunnen we onze tijd helemaal zelf indelen en bijna per dag bepalen wat willen doen, ook wij hebben wel (sociale) verplichtingen en afspraken waardoor we op een bepaalde tijd ergens willen zijn.
In dit geval hadden we met mede DBA leden afgesproken om elkaar in Péronne te ontmoeten.
We hebben de 12e augustus, met gemengde gevoelens, de Somme verlaten. Een beetje triest omdat het zo’n heerlijke tijd was en ook opgewekt om de nieuwe dingen die nu weer kwamen. We zijn niet teleurgesteld.
Onderstaande foto is nog om te laten zien dat Rebecca op de Somme vaarervaring heeft opgedaan, een prima vaarwater met alle sluizen en bochten om te leren en het gaat helemaal niet slecht.
|
ik hoor de opmerkingen al maar niet nodig, ik kan het allemaal prima zien! |
Via het Canal du Nord zijn we zuidelijk gegaan tot aan Pont l’Eveque. In dit traject gingen we voor de 2e keer door een tunnel, tunnel de Panneterie (1,06km), deze keer minder lang maar ook veel kleiner dan de tunnel van Ruyalcourt (4,5km). Met behulp van de schijnwerper, goede zaklantarens en ieder aan één kant goed kijken ging dat prima. Helaas was dat geen voorbode voor de volgende tunnel, daarover later.
|
Mooie brede ingang voor de tunnel de Panneterie |
In Pont l’Eveque gingen we van het Canal du Nord af en waren dus voorlopig verlost van de grote commerciële schepen (op de Grand Gabarit) de maat was nu verder beperkt tot max. 38,5 meter lang en 5,05 breed
Op het punt waar Canal du Nord en Canal latéral à l’Oise (waar wij in gingen, richting ZO) samen komen lagen zeker 15-20 grote schepen afgemeerd en allemaal helemaal vol gehangen met vlaggen, allemaal grote reclame vlaggen tot en met die van AH aan toe.
|
ondanks dat het reclame vlaggen waren zag het er toch echt feestelijk uit |
Bij navraag bleek dat deze schepen en hun opvarenden er een paar dagen samen kwamen omdat een van de schippers ging trouwen en ze drie dagen feest hadden. Een paar dagen later passeerde ons het schip van de pas gehuwden, herkenbaar aan de vele bloemstukken die allemaal in het bijbootje waren gepropt.
Vanaf het Canal latéral à l’Oise gingen we het Canal de l’Oise à l’Aisne , richting ZO, op en gelijk een sluis in. Boven de sluis hing een bord dat we onze afstandsbediening bij het huisje konden pakken, vanaf hier was er geen bediening meer aanwezig bij de sluizen. Wij moesten stijgen en konden dus pas bij die afstandsbediening komen als we boven waren.
Blijkbaar waren we wel door een camera gespot want de sluisdeuren gingen open, er was ons geen telefoonnummer of marifoonkanaal bekend om te waarschuwen. Op goed geluk zijn we de sluis maar ingevaren er gebeurde echter helemaal niets toen we erin lagen, deuren gingen niet dicht en dus gingen we niet omhoog. Wij weer achteruit de sluis uit, die nog steeds open bleef en alle telefoonnummers gebeld die we in verschillende kaarten en systemen konden vinden. Uiteindelijk kregen we via een mobiel nummer contact met een sluismeester die al onderweg was en ons alsnog door de sluis hielp.
We hadden niet genoeg geduld gehad en hadden langer moeten wachten in de sluis. Boven gekomen kregen we de afstandsbediening waarmee we tot het Canal des Ardennes alle sluizen zelf konden activeren. Op een bepaald punt druk je op het knopje “stijgend” of “dalend” en dan weet de sluis aan welke kant de deur open moet, in de sluis trek je aan een stang waardoor de sluis weet dat je klaar bent om geschut te worden. Heel simpel en het maakt, helaas, veel sluiswachters overbodig. Later was er een systeem waarbij we aan een stang moesten draaien die boven het water hing, om de sluis te activeren.
|
voor ons goed te doen om aan de stang te draaien, voor kleine bootjes af en toe wel lastig |
De maanden juni, juli en augustus stonden vooral ook in het teken van gasten aan boord. Steeds heel gezellig, iedere keer weer anders en gelukkig vrijwel de hele tijd als er gasten waren mooi weer, in ieder geval beter dan in Nederland.
Op het Canal de l’Oise à l’Aisne kwamen 4 grote knullen op bezoek, onze zoon en 3 leden van zijn band. Zij vonden het ‘awesome’ en ze hadden zulk mooi weer dat ze dagelijks meerdere malen het water in sprongen, zelfs vanaf het dak van het stuurhuis.
Na het vertrek van de jongens gingen wij door onze derde tunnel van deze tocht, tunnel de Braye en Lannois (2,36km), nou dat hebben we geweten!
Hier ging het helemaal mis en we weten eigenlijk nog steeds niet precies hoe dat kwam, zoals meestal waarschijnlijk een combinatie van factoren.
|
breed genoeg de ingang, al zag het er niet zo vriendelijk uit met al die graffiti |
We dachten dat we het wel even zouden doen, maar hadden de zonnetent iets te weinig laten zakken, een verkeerde manoeuvre aan het begin had een ketting effect omdat zo’n schip dan niet weer goed op lijn te krijgen is, het was een rot tunnel, slechts aan één kant een pad (dat is een goede afhouder van de kant), de wanden waren heel rotsig en ongelijk en de tunnel was weer kleiner dan de vorige, kortom het ging mis!
De rand van de zonnetent schaafde langs de rotswand en hoewel we als een speer de tent nog lager zetten was het onheil al geschied en was de hele rechterrand eraf geschaafd .
Bovendien verloren we door alle rare bewegingen ook de grote stootbal voorop. Gelukkig mocht Michel van de gardiënne lopend terug de tunnel in om hem op te vissen, dat zijn toch dure dingen.
|
Michel heeft de bal opgevist in de tunnel, geen leuke wandeling volgens hem |
De volgende dag heeft Michel de scheur met duct tape geplakt en tot nu toe zit het goed. Dat wordt een winter reparatie
|
een goede kade om een noodreparatie uit te voeren |
Eind van de dag waren we helemaal gevloerd maar kwamen gelukkig bij een heel mooi plekje, een ponton vlak na een sluis dus heel rustig en makkelijk afmeren, precies wat we nodig hadden. Wij zaten in de late schemering op het achterdek te genieten van een glaasje toen ons een Peniche tegemoet kwam die ook moest afmeren want de sluis draaide niet meer. Wij boden aan om wat te verschuiven en lijnen te verleggen zodat hij tenminste een bolder ter beschikking had maar dat was helemaal niet nodig. Aangezien er toch geen verkeer meer door kon is hij gewoon dwars in het kanaal gaan liggen en de volgende ochtend bij de eerste schutting doorgevaren, zo kan het ook.
|
dwars afmeren |
In de kanalen die verbindingen vormen tussen rivieren, langs en soms over de rivier lopen vaar je af en toe over een Pont Canal, dat is het punt waarop het kanaal de rivier kruist en iedere keer vind ik dat weer bijzonder om te zien en maakt het ook duidelijk welk een enorm werk er vroeger is verzet om al die kanalen te maken.
|
het Pont Canal over de Oise |
Na het verbindingskanaal tussen de Oise en de Aisne kwamen we op het Canal latéral à l’Aisne, het is eigenlijk zo logisch allemaal.
Wat voor ons heel leuk was dat we daar weer langs een belangrijk punt uit ons verleden kwamen, de sluis bij Berry au Bac. Daar kruist de weg via Reims naar Nederland het kanaal en er is een picknicktafel bij de sluis. Voor ons was dat een stopplaats op weg naar huis na menige vakantie, waar we dan verlangend naar de schepen keken met de gedachte, later…….
|
Brug en sluis bij Berry au Bac |
Het Canal latéral à l’Aisne gaat over in het Canal des Ardennes en dat komt uit in de Maas. Dit laatste kanaal is werkelijk prachtig, heel groen niet erg breed en veel bomen aan weerszijden maar ook prachtige weiden op hellingen met mooie uitzichten. Heel anders dan de Somme waar het allemaal veel vlakker is.
|
ochtend mist op het water |
|
een van de vele mooie plekjes langs de oevers |
Hoewel pas tweede helft augustus zijn de ochtenden al heel mistig en duurt het even tot de zon doorbreekt maar dan wordt het ook wel snel warm en kan de schipper lekker in het zonnetje zitten sturen.
’s Avonds is ook merkbaar dat het wat later in het jaar wordt, iets eerder donker en prachtige luchten die ook mooie plaatjes opleveren boven het verstilde water.
|
weerspiegeling van de sluis in het verstilde water |
Na de tunnel van Braye waren we weer gedaald maar vanaf Berry-au-Bac moesten we toch weer stijgen om bij de tunnel de St. Aignan, het hoogste punt in het kanaal en vlak voor Pont-a-Bar op het niveau van de Maas te komen, om daar dan langzaam aan weer te zakken.
Over een lengte van zo’n 125 km zijn we middels 45 sluizen ongeveer 100m gestegen. Daarvan zijn er 27 in de vorm van een sluizen trap, tussen Semuy en le Chesne, waarbij je over een afstand van nog geen 10km ongeveer 80m omhoog gaat, dat betekent sluis in sluis uit achter elkaar een dag lang.
|
2 van de 27 sluizen in de sluizentrap, door alle bochten kan je er er steeds niet meer dan 2 zien |
Dat het Canal des Ardennes geen druk bevaren route is kun je ook wel zien aan de enorme begroeiing in de sluizen waar wij af en toe met ons grote schip tussen het groen ingeklemd lagen.
|
een complete tuin op de sluismuur |
Op het kanaal kwamen we een zeilschip, zonder mast, tegen. Degenen die denken dat wij klein wonen op ons schip moeten maar goed naar onderstaande foto kijken. Het schip, 12m is van een stel dat er al negen jaar op woont en mee vaart. Ze zijn ermee overgestoken vanuit Amerika en in Europa al vrijwel overal geweest. Nu waren ze, vanuit zuid Frankrijk via de kanalen op weg naar Parijs om daar de winter door te brengen, de mast werd apart verzonden.
Eenmaal boven kwamen we bij de volgende tunnel die na Braye een verademing was, ruime doorvaart en maar 200m lang, erin en eruit voor je het weet en het leverde ook nog een mooi plaatje op.
|
tunnel de St. Aignan |
En toen kwamen we op de Maas een hele verandering om na maanden op kanalen varen nu op een rivier en breed, stromend water te zijn.
|
een weids panorama na alle kanalen |
De Maas is prachtig om te bevaren en er is opvallend weinig, eigenlijk geen, commercieel verkeer tot aan Givet. Volgend jaar willen we vast nog het stuk vanaf Verdun tot Sedan, zuidelijk van waar we nu op de Maas kwamen, ook varen.
|
herfstkleuren |
Het landschap is afwisselend groen of rotsen en daartussen lieve dorpjes en mooie huizen. Doordat de spoorlijn grotendeels langs de Maas loopt heeft het geheel een hoog Märklin gehalte.
Inmiddels eind augustus komen er steeds meer herfstkleuren, jammer dat de zomer voorbij is maar het is wel heel mooi om te zien.
De rotsen zijn erg in trek bij klimmers en die zagen wij vanaf het water als spinnetjes tegen de wand hangen. Ik moet er niet aan denken maar kan me wel voorstellen dat het een enorme kick geeft als je de top bereikt.
|
dit zijn ze, ze doen het uit vrije wil denk ik dan maar |
|
in het rondje bij de pijl hangen 2 klimmers tegen de wand |
Na een prachtige tocht kwamen we aan bij het punt waar we ons moesten gaan voorbereiden op de passage door de tunnel van Ham bij Givet.
Waar de tunnel van Braye en Lannois het hoogste punt is van de waterscheiding tussen twee rivieren (Oise en Aisne) is de tunnel van Ham een short cut om een deel van de Maas af te snijden.
|
een shortcut |
Deze tunnel (600m) is berucht vanwege de zeer geringe afmetingen (zowel in hoogte als in breedte), het feit dat er geen verlichting is, de wanden zijn heel erg ruw en er steken overal stukken rots uit.
Iedereen waarschuwt voor deze tunnel en er worden heel wat vragen over gesteld door degene die er nog door moeten en gemopperd door degenen die er door zijn gegaan.
|
bij het aanvaren naar de tunnel kun je al het verschil met eerdere tunnels zien |
|
al fresco sturen |
Ons nadeel is het zonnedak dat zo breed is als het gehele schip. We kunnen het alleen verlagen, niet versmallen. Gezien onze eerdere ervaring waren we vast besloten goed voorbereid de tunnel in te gaan.
Zonnetent helemaal naar beneden en doek teruggeslagen zodat Michel wel buiten kon sturen
Genoeg stootbanden langs de railing en bescherming op de hoeken van het frame van de zonnetent, Be prepared!
In de sluis voor de ingang van de tunnel keek de sluiswachter ons wat meewarig aan en zei: geen probleem ik laat het waterniveau in de tunnel wel wat zakken en die maten op de kaart kloppen niet, er is meer hoogte.
Het voelde een beetje alsof je een gaatje in een ballon prikt.
Uiteindelijk bleek het echter geen overbodige luxe want ook met deze aanpassingen pasten we maar net in de tunnel. Heel langzaam zijn we er zonder een krasje doorgegaan, pffffffffff.
|
hier kun je zien dat er echt niet veel ruimte was tussen het frame en de tunnelwand, en dat aan beide kanten |
Vanaf Givet naar Namen was het al veel drukker met grote schepen en meer industrie langs de kant.
Namen zelf is een erg leuke stad waar we een mooi plekje hadden langs de grote kade daar. Michel keek wel vreemd op toen hij (ik was een paar dagen naar Amsterdam) ineens een vlot op het roer vond, daar achtergelaten door de stroom. Het bleek een losgeslagen vlot te zijn van verkenners een eind terug stroomopwaarts. Een deel van hun vlot was tegen de sluisdeur gedreven, met als gevolg een kapotte sluisdeur en een ander deel via de barrage op ons roer geland, gelukkig zonder schade.
|
het vlot was vastgebonden op, met water volgelopen, drumvaten en dus niet te tillen. Een kraanwagentje heeft het van af de kant uit het water getild |
Vanaf de Citadel van Namen, een stelsel van muren en gebouwen indrukwekkend ondanks dat slechts restanten zijn, heb je een prachtig uitzicht over de Maasvallei met een heeeeel klein Majeurtje.
|
't Majeur bij de pijl. |
Na Namen is het echt gedaan met landelijk en zijn er vooral loskades en industrie, hoewel de kerncentrale bij Huy een imposante aanblik toont als je achteruit kijkt.
|
stoom uit de schoorstenen bij Huy |
Luik hebben we overgeslagen, dit keer althans, omdat we tijdig in Maastricht wilden zijn aangezien nu Michel een paar dagen naar Amsterdam ging. Volgend keer wil ik zeker afmeren in Luik, op een zondag want dan schijnt er een hele grote en leuke markt te zijn 2km de stad in vanaf de kade, heerlijk!
Er zijn meer plaatsen langs de Maas waar we nu voorbij gevaren zijn maar waar we zeker nog eens naar toe willen. Je kan niet alles in één keer en we hebben nog wel een paar jaar te gaan dus dat is maar goed ook.
Vlak voor Luik hadden we nog een spannend moment waar ik geen jammer genoeg geen foto van kan laten zien.
We kwamen aanvaren bij een sluis, de sluiswachter had al gemeld dat we maar heel even moesten wachten en dan binnen konden en bij het terugnemen van de snelheid sloeg plotseling de motor af. Heel vervelend op stromend water, winderig weer, vlak voor een sluis en een grote commerciële boot achter je.
Gelukkig was er dus ook wel kade en we konden niet anders dan daarheen sturen en ons door de stroom laten meenemen, het schip achter ons waarschuwen (die gelijk ook aanbood om te helpen indien nodig) en het beste ervan hopen.
Het ging allemaal goed, de commercial kon ons passeren en de sluis in en een klein kruisertje dat daarachter aan kwam heeft ons het laatste stukje opzij naar de kant geduwd, dat was een foto waard.
Als Holmes en Watson hebben we vervolgens de zaak bestudeerd en we konden alleen via redenatie en deductie concluderen dat het een afsluiting in de diesel toevoer was, veroorzaakt door snel gas terugnemen. Het hoort niet, maar kan gebeuren.
Na verloop van tijd de motor probleemloos gestart en so far, so good.
Hebben we dat ook weer meegemaakt!
Hieronder volgt nog een klein stripverhaaltje over een groot schip naast ons in een sluis, ze hadden even niet opgelet bij het dalen en kregen de lus van hun tros niet meer van de bolder af. Het was een verval van 13m en terwijl zij driftig probeerden die lus los te gooien zakte het schip verder en verder van de bolder af.
Inmiddels zijn we weer in Nederland en liggen we al een paar dagen in Maastricht. Hiervandaan gaan we over de Zuid-Willemsvaart naar Den Bosch , vervolgens naar Dordrecht en tenslotte Haarlem en dan is het weer tijd voor de winterstop.
Ik zal nog één keer een blog schrijven over het laatste deel en dan volgend jaar weer een nieuw reisverslag.
PS: de update over de tuin
De tomaten waren lekker de sla ook maar broccoli en kool is geen succes. Volgend jaar meer kruiden en wat bloemen, het blijft leuk om een tuin aan boord te hebben en alle commentaar van de kant te horen.