Tot nu toe hadden we vermeden om over het Amsterdam-Rijnkanaal te varen.
Lang geleden waren we eens met een bevriende schipper een eind over het kanaal gegaan en we herinnerden het ons als druk en heel erg klotsend met vervelende golven. Aangezien we dat ook van vrijwel alle andere schippers hoorden in de loop der jaren hebben we het altijd vermeden en voeren liever een eindje om via de Amstel (ook wel een leukere route).
We hadden nu echter geen keus omdat via de Amstel gestremd
was, ook wachten tot de rustigere zondag was geen optie dus daar gingen we.
Zoals al vaker is gebleken je ziet vooral op tegen het
onbekende, dat overkwam ons later weer een keer, in de praktijk valt het dan
erg mee.
Het is geen leuke route, wel druk, behoorlijke golfslag af
en toe maar toch prima te doen. We vergeten af en toe dat we geen klein bootje zijn
en je schiet wel lekker op.
Na een kort verblijf in Meerkerk zijn we doorgestoomd naar
de kade bij Thieu. We hadden afspraken om met verschillende opstappers tweemaal
een rondje langs de Belgische kunstwerken te varen.
De route daarheen is inmiddels bekend terrein voor ons, niet
meer opwindend maar daardoor niet minder leuk. Het eerste Belgische pintje, dit
keer in Klein Willebroek, was ook weer erg smakelijk.
Dat Michel de tijd in de bak omhoog bij het Hellend vlak van
Ronquières gebruikt om even de mail bij te werken is echter wel erg blasé.in de bak omhoog, Hellend vlak van Ronquières |
We waren ruimschoots op tijd in Thieu en hebben onze tijd
daar goed gebruikt om het hele schip schoon te maken, van binnen en van buiten,
en de plantenbakken weer te vullen en een nieuw tafelblad te maken.
Dat was er na de winter en het verblijf in Groningen nog
niet van gekomen. Het was tot dan toe ook te koud en te nat, gelukkig hadden we
daar, half april, een periode van goed weer.
Ook tijd voor een paar klussen, zoals het nu helemaal kaal
halen van de wand naar onze slaapkamer. Al sinds de bouw blijken daar een
akelig soort “houtwormen” te wonen, die alleen triplex lusten. We hebben al van
alles gedaan, zie meerdere blogverslagen in afgelopen jaren, maar zonder succes.
Nu pakken we het rigoureus aan, kaal halen en veel hele vieze troep erop smeren
om ze te verdelgen. Wel frustrerend om alles wat je geschilderd hebt er weer af
te schuren.
nog een eind te gaan maar nu is het kaal |
Na alle werken mochten we weer gaan varen, ook de oude en
nieuwe liften zijn niet nieuw voor ons maar wel weer elke keer imponerend. Wat
het extra leuk maakt is dat het voor de opstappers nieuw was. We hebben ook
weer andere plekken gevonden om te overnachten, nieuwe plekken bezocht en de
route moeten aanpassen omdat niet alle liften werkten.
We lagen een nacht pal voor deze verlichte lift en er landde
ineens vanuit een liftdeur een kreeft op het dek.
voor de lift |
een onverwachte opstapper |
Helaas ging het niet door omdat er aan de Belgische kant
een, tijdelijke, stremming was waar we niet op wilden wachten. Nu gaan we in principe op de terugweg erdoor.
We hebben een paar dagen in Antoing gelegen, daar is een
bunker boot waar we onze tanks gevuld hebben, 3000 liter diesel en 2000 liter water. Alles
was leeg waardoor we, na het vullen, gelijk 10
cm dieper lagen.
We hadden zo weinig diesel dat we in Thieu 4 jerrycans moesten gaan vullen bij een pompstation.
De fietskar kraakte in zijn voegen bij het terug rijden. We hadden zo weinig diesel dat we in Thieu 4 jerrycans moesten gaan vullen bij een pompstation.
Antoing op de foto |
Vanuit Antoing met de trein naar Tournai, daar waren we twee
jaar geleden doorheen gevaren maar niet gestopt. Een mooie stad, de oudste van
België, veel historie en prachtige gebouwen, een Belfroi met 276 treden om
boven te kome
bovenop de Belfroi, niet slecht voor iemand met hoogtevrees |
en een leuk museum waar dit gezellige nijlpaard hing boven een veld, op zonnepaneeltjes bewegende, zonnebloemen.
Er bereiken ons steeds meer berichten van wateroverlast en
daardoor afsluitingen op de rivieren en kanalen zuidelijker in Frankrijk. Deels
ook op de route die wij gaan varen, we zijn dus ook blij dat we geen haast
hebben. We weten van vorige jaren dat het ook snel kan omslaan van
wateroverlast naar problemen als gevolg van te lage waterstand.
We merken het wel, kunnen er toch geen invloed op uitoefenen
en als onze plannen doorkruist worden passen we ze wel aan.
familie zwaan |
eindeloze velden knalgeel koolzaad |
eendjes zonder moeder, maar ze waren wel op tijd weg |
We zijn dus via Valenciennes gevaren, waar we niet gestopt
zijn, dat bewaren we voor een volgende keer.
Wel hebben we een paar dagen in Cambrai gelegen,
gefrustreerd wachtend op twee simkaarten die we bij SFR besteld hadden. De ene
bleek achteraf in de verkeerde brievenbus beland te zijn en de ander hebben we
nog niet in handen, maar alles gaat goed komen.
In Cambrai lagen meer bekenden en dat betekent dan gezellige
afspraken en contacten onderhouden.
Het Canal Saint Quentin is een mooie route en er is weinig
verkeer. Hier is het commerciële verkeer duidelijk sterk afgenomen in de
laatste jaren.
We passeerden de begin-stromen van de Schelde en de Somme,
beide rivieren hebben we bevaren, maar hier zijn het kleine lieve beekjes.
de Somme |
de Schelde |
En toen kwamen we in dit kanaal bij de Tunnel de Macquincourt, de langste tunnel in Frankrijk 5,67km. We zagen er nogal tegenop om hier doorheen te gaan omdat hij zolang is en je er niet op eigen kracht door gaat maar gesleept moet worden door een elektrische sleper. Er doen nogal wat indianen verhalen de ronde en het is moeilijk om je daardoor niet te laten beïnvloeden.
We moesten ’s morgens om 9.30 uur klaar liggen voor de
ingang dus waren de nacht ervoor al vlakbij afgemeerd. We hadden zo goed zicht
op de “tramlijn” die gespannen is van een kilometer voor tot een kilometer na
de tunnel.
Zoals gezegd was er weinig ander verkeer en we waren dan ook
de eerste en enige sleep, dat was prettig omdat we geen rekening hoefden te
houden met een schip achter ons en de sleper heeft een zeer stabiele koers, die
zwalkt niet. Er was een sleeplijn van 30m en met een slakkengang zijn we door
de tunnel gegaan. Het duurt vooral lang, ruim 2 uur en is erg koud in de
tunnel. Hoewel het dus zeker meeviel waren we toch erg blij toen we aan de
andere kant waren, het blijft inspannend.
in afwachting van de sleep |
de tramlijn |
daar passen we vast niet in |
valt reuze mee |
gelukkig, licht aan het eind van de tunnel |
De tunnel de Braye-en-Laonnois waar we twee jaar geleden
forse averij aan de zonnetent hadden opgelopen.
Die schade hebben we vorig jaar laten herstellen, die zonnetent zijn we
vervolgens in september verloren door een windhoos en nu hebben we ons
supersonische elektrische nieuwe dak.
Zoals al meermalen deze reis bleek weer hoe makkelijk en
effectief de nieuwe constructie is, bovendien zijn wij inmiddels meer ervaren
en hebben meer vertrouwen in het schip en onszelf.
Deze 2,3km tunnel ging dus ook zonder probleem, maar
spannend was het wel.
Panache houdt helemaal niet van tunnels en staat bijna de
hele tijd geplakt tegen het been van Michel die in het gangboord staat te
sturen. Zoals Michel zegt: ‘het is akelig koud in die tunnels maar mijn been is
warm’.
Panache past op Michel |
Tot ons genoegen merkten we dat vanaf Saint Quentin er toch
meer commercieel verkeer, spitsen, op het water was en zeker beduidend meer dan
twee jaar geleden toen we hetzelfde traject voeren.
Dat is een goed teken als dat inderdaad betekent dat vervoer
over het water weer toeneemt, het is ‘groener’ en leidt er toe dat kanalen
beter onderhouden worden.
passerende peniche |
We liggen nu afgemeerd in Sillery, iets ten zuiden van
Reims. We laten het schip hier, in de stromende regen, achter terwijl wij een
weekje naar Amsterdam gaan.
Hopelijk is het toch echt lekker weer als we terug komen en
kunnen we doorvaren in de zon zonder problemen als gevolg van wateroverlast.
Wordt vervolgd!