Dit blogverslag begint niet met een kaartje want de route tot Parijs staat al op het kaartje van het vorige blog. Verderop is wel een kaartje van de reis dwars door Parijs.
In de
eerste sluis na Orconte, waar het vorige blog eindigde, eindigde ook de reis al
heel snel. Tijdens het invaren van de sluis gebaarde Michel naar mij - als ik
voorop sta kunnen we alleen met gebarentaal communiceren want elkaar verstaan
is niet mogelijk - dat er iets goed mis was en hij niet verder de sluis in kon.
Het bleek
dat er iets geknapt was in het hydraulieksysteem, bij nadere inspectie was dat
de slagdemper, waardoor er geen druk meer stond op de stuurinrichting en
boegschroef.
Alle olie
uit het systeem, ong 60
liter, was dus onder hoge druk de machinekamer
ingespoten.
Gelukkige
bijkomstigheid, de scheur zat aan de onderkant van de demper waardoor het
meeste op het vlak terecht gekomen was, maar toch……ravage!
De slagdemper die 350bar moet kunnen
weerstaan is als een blikje open geknald
|
Gelukkig
was het een klein kanaal, was er verder geen enkel verkeer op het water en was
het rustig weer (dit had ook kunnen gebeuren bij het invaren van bijv. de Oranjesluizen, tussen enkele hele grote commercials en bij windkracht 4).
Met het nodige geklooi hebben we het schip achteruit de sluis uit gekregen en aan de kant. Althans een meter uit de kant want het was te ondiep maar met de spudpalen en een loopplank was dat op te lossen. Geen ideale plek maar het moest maar tot probleem was opgelost.
Een meter uit de kant met de
huurauto al langszij en het vat wordt aan boord gehesen
|
We waren
die vrijdagochtend op weg naar Vitry-le-François waar we voor het weekend een
auto gereserveerd hadden om een paar leuke dingen aan de wal te doen, oa vide
greniers bezoeken.
Overleg met de constructeur van het hydraulisch systeem leerde dat de slagdemper vervangen kan worden door een slang van dezelfde lengte. Onze missie was dus duidelijk:
|
De nieuwe slang op z’n plaats
|
Het waren
de heetste dagen van de zomer en wij genoten van de omgeving in onze airco
gekoelde auto, veel aangenamer dan stilliggen in een kanaaltje in de hete zon;
af en toe kwamen we de auto uit voor een wandeling of bezoek aan een vide
grenier.
Michel
heeft die zondagnacht de machinekamer schoongemaakt, toen was het tenminste een
beetje koeler en de volgende dag wachtte ons de ergste klus, de 60 liter uit het vat legen
in het systeem. Helaas zit de vulopening van het systeem op een erg onhandige
plek in de machinekamer, maar dat was op te lossen door een slang met trechter
van buiten te laten lopen.
een ingenieuze constructie
van Michel met slangetjes en een trechter, hierdoor konden we van buitenaf naast het
stuurhuis de vulopening bereiken.
|
Een groter probleem was hoe we dat vat konden kiepen om geleidelijk te legen zonder enig houvast aan het vat en bovendien loodzwaar.
Middels een
constructie waarbij het vat op een stapel rubberbanden stond en werd gepositioneerd
doordat het nog in de kraan ‘hing’ konden we het steeds een beetje meer
kiepen door de banden te vieren.
Vanuit het
vat in een grote ton, je kunt niet meteen mikken in een kleine vulopening,
vanuit de ton in een jerrycan, met de jerrycan naar achteren, leeg gieten in de
trechter constructie, weer naar voren en de procedure herhalen.
Als je dat
zeker 25 maal moet doen in de, inmiddels brandende, zon (we hadden achteraf
beter om 4 uur kunnen opstaan) is een schip van 26 meter erg lang. Een
jachtje was mij op dat moment liever geweest.
En toen
kwam het uur U, de test van het systeem en vooral de test of de koppelingen van
de nieuwe slang goed waren aangedraaid en de boel niet gelijk weer uit elkaar
zou barsten. Met gekruiste vingers, gekromde tenen en samen geknepen billen
heeft Michel de motor gestart en vervolgens heel voorzichtig druk op het
systeem gezet.
We varen
nog steeds dus jullie begrijpen dat de operatie geslaagd genoemd kan worden.
Na het
schoonmaken van de gemorste olie, onvermijdelijk en het terugbrengen van de
auto hebben we niet eens eerst een, welverdiend, biertje gedronken maar zijn
onmiddellijk weggevaren van deze onheilsplek.
Via een
aantal inmiddels bekende plekken, omdat we er op de heenweg al waren, zijn we
doorgevaren naar Condé sur Marne en vanaf daar werd het weer een nieuwe route,
verder via de Marne naar Parijs.
Tijdens het
varen landen er vaak insecten op de boot, vooral op de antennes, die dan een
tijdje meevaren en als ze uitgerust zijn weer doorvliegen. Het zijn vaak heel
bijzondere, vooral de kleuren, die je niet zo snel ziet als ze gewoon rondvliegen.
Het is leuk dat we met onze nieuwe super de luxe camera daar mooie foto’s van
kunnen maken.
Vanaf Tour
sur Marne begonnen we aan een traject waar we al naar uitgekeken hadden omdat
we al vaak hadden gehoord dat de Marne zo mooi is.
Mooi afgemeerd aan de voet van de
Tour
|
We werden
niet teleurgesteld, het is werkelijk prachtig
en ook heel rustig; we zijn maar weinig andere schepen tegen gekomen.
Dat laatste
was voor ons wel fijn maar, zoals al eens eerder in dit blog gezegd, economisch
gezien geen goed teken.
Hoe dapper
deze kanovaarder ook is om peddelend de hele Marne af te gaan, het zet niet
echt zoden aan de dijk.
Van Tour
sur Marne tot aan Meaux is het een aaneenschakeling van wijngaarden en
wijngaarden en wijngaarden met daar tussen mooie oude dorpjes.
De kaarsrechte lijnen in ieder veld
vind ik geweldig
|
We hebben
uiteraard een champagnehuis bezocht, niet een van de hele grote waar rijen
toeristen staan te wachten maar een kleine entrepreneur die zelf verbouwt,
verwerkt en verkoopt en ons uitgebreid heeft rondgeleid en verteld over zijn
bedrijf.
Bij ieder veld staan stenen met de
naam van de producteur, hoe beroemder de naam hoe fraaier de stenen
|
Heel hard
werken dat wel maar nog steeds een goed verkopend product. Het is ook te zien
dat dit een welvarende en goed onderhouden streek is.
Uiteraard
hebben we champagne gekocht en het smaakt opperbest!
We hebben
prachtige wandelingen kunnen maken tussen de wijnranken door, fietsen hebben we
maar gelaten voor wat het was want overal moesten we vanaf het water omhoog en
vaak vrij steil. Het levert wel prachtige uitzichten op.
Langs de
hele Marne waren de aanlegplaatsen steeds bezet door zwemmers en zonaanbidders,
die helaas af en toe plaats moesten maken voor ons, hoewel we ons zoveel
mogelijk tot de uiteinden van de steigers probeerden te beperken.
Eenmaal van de kanalen af konden we vrijwel nergens meer gebruik maken van de palen, omdat het te glooiend is om aan de kant te komen zijn er overal pontons aangebracht maar daardoor is het dan weer te diep om op de palen te kunnen liggen.
Ook wij maken dankbaar gebruik van
het ponton
|
Eenmaal van de kanalen af konden we vrijwel nergens meer gebruik maken van de palen, omdat het te glooiend is om aan de kant te komen zijn er overal pontons aangebracht maar daardoor is het dan weer te diep om op de palen te kunnen liggen.
Hoewel ten strengste verboden wordt
overal met veel bravour van de bruggen gesprongen
|
Na Meaux
werd het minder groen, helemaal geen wijngaarden meer en meer en meer
bebouwing. We naderen de grote stad.
Voordat we
in Parijs gaan afmeren besluiten we dat het verstandiger is alle losse spullen
van het dek te verwijderen. Zo brengen we niemand in de verleiding ze te jatten
of uit balorigheid in het water te mikken.
Alles
verdwijnt via het luik in het vooronder en voor het eerst laten we ook de fietsen
zakken, dat was een belangrijke reden om het luik dit formaat te maken.
De laatste avond voor Parijs meren we af in Joinville, pal voor een tunnel. ’s Ochtends komt er een heel klein bootje langszij en wordt Michel in het Duits gevraagd of hij Duits spreekt. Het blijkt een Pools echtpaar die geen idee hebben hoe ze zich bij de tunnel kunnen aanmelden voor doorgang. Michel zegt dat ze maar achter ons aan moeten varen, want ze spreken geen woord Frans. Ze blijven vervolgens tot het punt waar wij op de Seine keren pal achter ons aanvaren (wordt vervolgd)
En dan
komen we, na die tunnel, vanaf de Marne bij Ivry ook op de Seine en zijn we
echt in Parijs.
Op dit kaartje staat het laatste
deel van de reis, door Parijs
|
We moeten
bij het Canal Saint Martin van de Seine af maar besluiten dat we toch écht
eerst een rondje moeten varen om alle highlights te passeren.
We hebben
het allemaal al meerdere malen gezien in de loop der jaren maar op je eigen
schip en vanaf het water voegt beslist een heleboel toe.
voor de Notre Dame naar rechts
om
het Ile St Louis heen
|
dan langs de Eiffeltoren
|
Het is druk
op de Seine, en dan valt het als wij er zijn nog best mee. Behalve héél veel
rondvaartboten in alle mogelijke maten en soorten varen er ook particuliere
schepen zoals wij, ook in alle maten en soorten en maken ook de commercials
gebruik van deze route.
Dat wisten
we trouwens niet dat er in Parijs een kopie van het Vrijheidsbeeld staat, een
fors maatje kleiner maar wel op een mooi plekje op de kop van een eiland.
Dit
was voor ons het keerpunt, terug langs de andere kant van het Ile de la Cité en toen wel het Canal
Saint Martin in.
en voorbij het Vrijheidsbeeld
|
In de tunnel met de stralen van de
lichtroosters
|
Dat is ook
een bijzondere route, 4,5 km
lang, door Parijs, allereerst een derde via een lange tunnel onder de Place de la Bastille en de Blvd
Richard Lenoir door, in die laatste zijn
op meerdere plaatsen lucht en licht roosters geplaatst waar je ook van bovenaf
de boten onder de straat kunt zien varen.
In de tunnel staat op de muur steeds ter hoogte van welke zijstraat je vaart.
Een lichtrooster, van onderaf
gefotografeerd
|
In de tunnel staat op de muur steeds ter hoogte van welke zijstraat je vaart.
Als je uit
de tunnel komt vaar je meteen de eerste van 4 dubbele sluizen in, het Bassin de
la Villette
ligt 25 meter
hoger dan de Seine.
Het Canal,
sinds 1825, zelf is heel pittoreske en loopt dwars door woon-, werk- en winkel
wijken. Behalve toeristen zijn er ook veel mensen die langs de kant hun lunch
eten of een boekje zitten te lezen.
Meestal
zijn het rondvaartboten die langs varen dus wij hadden zeer veel bekijks en
mensen liepen met ons mee naar de volgende sluis.
Uiteindelijk
na de laatste sluis, bij de Place de
Stalingrad, het Bassin de la
Villette, waar vroeger de schepen afmeerden met goederen voor de Hallen.
Nu is het een plek
waar veel Parijzenaren na het werk komen om te picknicken, te jeu de boulen en
andere spellen te spelen of gewoon te zitten kletsen. Het is er levendig en
heel erg gezellig, vlak voor wij aankwamen was er een paar weken Paris Plage geweest.
Onze plek in het Bassin de la Villette
|
Een
geweldige uitvalsbasis voor tochten door Parijs en een heerlijke plek om twee
weken te ‘wonen’.
Ons uitzicht op de Rotonde de la Villette met rechts van de bomen
nog net de Eiffeltoren zichtbaar.
|
Als we net
zijn afgemeerd komt dat hele kleine bootje met de Polen weer aanvaren, maar
vanaf de andere kant omdat ze waren doorgevaren over de Seine en weer teruggegaan via het Canal Saint Denis. Ze willen weer langszij komen om van ons te horen hoe ze
naar België kunnen komen. Michel vertelt ze dat ze dan weer moeten omkeren
omdat ze een verkeerde afslag hebben genomen en nu naar het zuiden varen. Als hij
ze vraagt of ze geen kaarten hebben (inderdaad, vanuit Polen gekomen zonder
kaarten) zijn ze beledigd en varen weg. In de goede richting, dat wel.
We hebben
in die twee weken heel Parijs doorgecrosst op de fiets, ze hebben een perfect
fietshuurplan waarbij je van ‘station’ naar ‘station’ fietst en als je het goed
uitkient niet hoeft bij te betalen. De metro is veel duurder en minder leuk.
Parijs is behoorlijk fiets vriendelijk, alle busbanen zijn ook fietspad en er wordt heel veel gefietst.
één van de vele fiets stations, soms
heb je pech en staat er nog maar 1 fiets of zelfs geen enkele, dan moet je naar
volgende station doorlopen of even wachten.
|
Parijs is behoorlijk fiets vriendelijk, alle busbanen zijn ook fietspad en er wordt heel veel gefietst.
We zijn
zelfs over de Champs Elysée naar de Arc de Triomphe gefietst en daar vervolgens
een rondje omheen en weer terug.
Dat echter
was eens maar nooit meer omdat er geen fietspaden zijn en auto’s daar als
gekken om de Arc rijden, maar je moet het eens gedaan hebben!
Rondje Arc de Triomphe
|
Na twee
weken was de koek op en moesten we weer verder varen.
We hadden
besloten via het Canal Saint Denis door te varen naar de Seine hoewel we veel
geluiden hadden gehoord dat het er verschrikkelijk vies, vervallen en
onaangenaam is. We wilden het allemaal meemaken.
Het viel
ons erg mee maar het contrast met de tocht over de Seine en naar het Bassin is
wel groot.
Je vaart
hier door de achterbuurten van Parijs, alhoewel ook hier veel gebouwd en
opgeknapt wordt en het over een paar jaar wel heel anders al zijn.
Er wonen
veel zwervers en het is wel triest te zien dat caravanbewoners er hun was doen
in het, niet bepaald schone, water van het kanaal terwijl hun kinderen in een
badje spelen, ongetwijfeld gevuld met water uit het kanaal.
De sluis
waardoor je het kanaal in vaart is heel smal en hoog en heeft één enorme deur
die naar binnen openzwaait en een poort in de muur opent.
De was wordt gedaan in kanaal water, maar of het daar nou schoon van wordt......
|
Het voelde
symbolisch voor ons afscheid van Parijs, maar we komen volgend jaar vast en
zeker terug.
Inmiddels
zijn we langzaamaan op de terugweg naar Nederland. Het weer doet er alles aan
om ons voor te bereiden op herfst en winter want het is plotseling koud en nat.
De ‘poort’ naar het Canal Saint
Denis
|
Hopelijk is
dat van tijdelijke aard en kunnen we nog even genieten in België en Nederland
voor we afmeren in Amersfoort voor de winter.
Meer
daarover in het volgende en dan laatste blog van dit jaar.