In de jaren voordat we ’t Majeur kochten hebben we eerst een
keer meegevaren van Mulhouse naar Dole met anderen, we hebben een keer een boot
gehuurd op de Nivernais en zijn een paar jaar deeleigenaar geweest van een
schip waarmee we ook op de Nivernais voeren. Sindsdien staat varen door deze
streken in midden Frankrijk hoog op onze wensenlijst.
Om verschillende redenen hebben we de voorgaande jaren
andere delen van Frankrijk bevaren, tot groot genoegen. Vorig jaar wilden we
door de Bourgogne varen maar werd er roet in het eten gegooid door de kapotte
boegschroef.
Moret-sur-Loing |
We keken dan ook erg uit naar het moment waarop we van de
Seine af het Canal du Loing opvoeren en waren helemaal tevreden toen we onze
eerste stop maakten in Moret-sur-Loing, het was wat we verwachtten en hoopten.
Na de drukte van Parijs en het varen op de Seine was ook
weer heerlijk op de kalme kanalen met vooral kleine dorpjes te zijn.
Rebecca helpt telkens tenminste één sluisdeur draaien |
In veel kanalen zijn de sluizen inmiddels geautomatiseerd en
krijg je een afstandsbediening mee of moet je aan een stang draaien om de sluis
in werking te zetten, maar hier worden de sluizen nog met de hand bediend. Het
is niet meer dan beleefd om waar mogelijk te helpen en aangezien Michel aan het
roer staat is dat mijn taak, goede oefening en altijd gelegenheid voor een
praatje met de sluiswachter die de andere deur draait en dus ook goed voor mijn
Frans.
Voor één van de sluizen moesten we erg lang wachten omdat er
van alles in kwam van de andere kant dat eerst geschut moest worden. Het duurde
erg lang en we zagen allemaal rook uit de sluis komen. Eerst dachten we aan
brand maar de fotograaf op de brug bleef redelijk ongestoord bezig met dan weer
fotograferen wat in de sluis gebeurde en dan weer zich omdraaien en ons
fotograferen.
Het raadsel werd opgelost toen de deuren open gingen en er
drie hele kleine stoombootjes uit de sluis kwamen. Met veel gefluit onder stoom
voeren ze ons voorbij, minstens zo geïnteresseerd in ons als wij in hen.
Hoewel wij in Nederland nooit een kerk bezoeken is het wel
onze gewoonte om hier in Franse dorpen meestal een rondje om de kerk te lopen,
vaak heb je dan het dorp ook wel gezien, en ook even binnen te kijken
Op onze route zijn 2 bezienswaardige monumenten, Rogny les
sept écluses en het Pont-Canal de Briare, beiden gekwalificeerd als historisch
monument.
De zeven sluizen in Rogny is een bouwwerk dat dateert van 4
eeuwen geleden, zij verbinden de Seine en de Loire. Twee rivieren die in
verschillende dalen stromen en door een bergrug gescheiden zijn. Door deze
“sluizentrap” konden de schepen een hoogte van 25 meter overbruggen. Het
was in 1604 een geheel nieuw ontwerp, 7 tegen elkaar aan liggende sluizen met
gemetselde muren. Dat scheelde 6 deurmechanismen, 8 ipv 14, de sluiskolken
konden korter zijn en de muren lager, dus ‘makkelijker’ te maken en omdat de
muren tegen elkaar aan lagen werd het geheel steviger.
De verbinding tussen de Seine en de Loire, waar eens ook de sluizentrap in functie was |
Toen het in 1608 bijna klaar was begon de ellende: oorlog,
vandalisme, geldgebrek, ruzies en wat dies meer waardoor het pas in 1635
afkwam.
De sluizen hebben gefunctioneerd tot 1880, toen werden de
bezwaren te groot: dat ze eigenlijk te klein waren voor de dan geldende
standaardmaat en dat ze te veel water verbruikten, meer dan beschikbaar en ze werden
vervangen door zes separate sluizen in een omleidingkanaal.
Wat rest is het stenen bouwwerk, deuren en dergelijke zijn
vergaan, midden in het landschap als baken en symbool van de scheepvaart in
vroeger tijden.
De restanten van de stenen sluizentrap in Rogny |
Het andere monument waar we naar uitzagen, wel nog in
werking, was het Pont-Canal de Briare. We zijn de afgelopen jaren al over
meerder pont-canals gevaren maar geen enkele zo lang (662 meter), zo mooi en zo
bekend als deze. Dit in 1896 geopende pont-canal verbindt de beide oevers van
de Loire, een hele verbetering voor de scheepvaart die tot dan toe een vaak
gevaarlijke oversteek over de Loire zelf moest maken en als de stroom en
wachttijd tegenwerkte kon dat wel 8 uur
duren, een afstand van 800
meter van de ene sluis naar de andere.
we varen het pont-canal de Briare in |
we komen het pont-canal de Briare uitvaren, let op de pilaren van Eiffel |
Het is ook nog
eens een mooi bouwwerk met fraaie lantarens, onder andere doordat Gustave
Eiffel eraan meewerkte aan de pilaren op en onder de brug.
Vlakbij Briare ligt Gien; hoewel gelegen aan de Loire is dat
deel niet bevaarbaar voor ons maar gelukkig wel op fietsafstand.
Daar wordt onwaarschijnlijk duur aardewerk verkocht, zelfs
in de bij de fabriek gelegen hal, waar oude collecties en B-keus verkocht
worden, zijn de prijzen schrikbarend.
Rebecca voor de ingang van de Faïencerie in Gien |
30 jaar geleden was het iets minder erg en ik heb daar toen onder andere theekopjes gekocht; we kampeerden in de buurt. In de loop der jaren ben ik er nog één of twee maal geweest maar het stond hoog op mijn wenslijst om er tijdens een vaartocht nog eens naar toe te gaan. We hebben het gedaan, de prijzen waren nog weer veel hoger en ik heb mij beperkt tot het vervangen van twee kapotte theekopjes. Helaas niet voor herhaling vatbaar maar wel iets wat ik weer van de lijst kan strepen.
Varend op deze kanalen weet je dat je alleen maar rechtdoor
kan, keren is geen optie en de kanaaltjes en riviertjes die er dwars opstaan
zijn voor ons niet begaanbaar. We wisten dan ook héél zeker dat we bevriende
schippers, die van het zuidelijkste punt van het Canal latéral à la Loire op weg naar het
noorden waren, zouden tegen komen: we konden beiden geen andere kant op. Het
was dan ook geen verrassing maar wel zeker genoeglijk elkaar te treffen voor we
ieder op de ingeslagen weg door gingen.
schepen die elkaar ontmoeten in het kanaal |
Hier stromen kanaal en rivier wel heel dicht naast elkaar |
Na Briare stroomt het kanaal langs de Loire, het Canal latéral á la Loire, soms wat
dichterbij en soms wat verder, maar altijd in de buurt. Het gebied tussen
kanaal en rivier is vaak een beetje moerassig met mooie dichte vegetatie en
veel vogels.
Er groeien veel bomen langs het kanaal wat erg prettig was
want de schaduw konden we goed gebruiken aangezien de temperaturen inmiddels
behoorlijk opgelopen waren.
Vanaf begin juli was er officieel sprake van een canicule
(hittegolf) met temperaturen rond de 35 graden, gelukkig heb je daar op het
water iets minder last van maar warm was het wel en het duurde wel een week of
drie.
kleine kasteeltjes langs de Loire
|
We waren inmiddels duidelijk in het Loire gebied en langs
dit traject kom je dan ook de nodige fraaie kasteeltjes en landhuizen tegen,
een lust voor het oog maar het kan ook ineens gebeuren dat je een bocht omgaat
en dan niet een mooi kasteeltje ziet maar de rokende koeltorens van weer een
kernenergiecentrale die veel stoom uitblazen en geen aanwinst voor het
landschap zijn.
De kernenergie centrale bij Belleville sur Loire, niet zo belle |
We moeten onze boodschappen altijd doen als de gelegenheid
zich voordoet, zeker voor zwaardere dingen is het wel prettig als de winkel in
de buurt van de boot is. Gelukkig is dat hier niet zo’n probleem, er zijn
genoeg winkels, hebben we ook wel anders meegemaakt. Dat geldt echter niet voor
winkels met bouwmaterialen, die zijn meestal op auto afstand en dan bij
voorkeur aan de andere kant van de stad.
zo handig een bricollage naast het kanaal |
Dat is wel eens lastig, we maakten dan
ook dankbaar gebruik van de bouwmaterialenwinkel naast het kanaal die we tegenkwamen
om het een en ander in te slaan. Aangezien wij twee spudpalen hebben is het
heel makkelijk om even aan de kant te gaan liggen ook al is het verder een
onmogelijke afmeerplaats langs een drukke autoweg.
In la
Charité sur Loire konden wij maar op één plek afmeren en dat
was voor het laadstation van de silo, geen probleem aangezien er pas over een
paar dagen een boot verwacht werd.
zo moet het er vroeger hebben uitgezien |
Toen ik terug kwam van een wandelingetje zag ik ineens dat
het er net uitzag alsof we geladen werden, zo moet het vroeger geweest zijn
toen ’t Majeur, toen WUTA, nog grind voer tussen Maasbracht en Mechelen.
Toen we in de buurt van Nevers een fietstocht maakten zagen
we tot, onze verrassing, vanaf een uitkijkpunt in de verte weer een fraai stenen pont-canal. Het
bleek dat wij ook daar over heen zouden varen, ditmaal over de rivier de
Allier, een zijtak van de Loire.
het pont-canal de Guétin gezien vanuit de verte |
de Allier onder het pont-canal |
de moedige Zwitsers op het pont-canal |
Na het Canal latéral à la Loire gingen we verder over het Canal du Centre,
daar is het veel opener, ook veel warmer dus maar dat betekent ook wel veel
mooie vergezichten.
ziet er uit als een dinky toy |
deze koe wist waar zij moest staan |
Het was nog steeds erg warm en ook de koeien hadden er last van, je zag ze waar mogelijk in kluitjes onder bomen liggen of met de poten in het kanaal. Deze koe had het goed voor elkaar en zocht verkoeling in het water onder de boom, slechts plaats voor één en de rest stond op de kant.
Van het Canal du Centre gingen we naar de Saône, een
prachtige brede rivier. Zo heerlijk als het weken eerder was om van de Seine de
kanalen op te gaan zo heerlijk was het nu ook om weer op breed water te zijn,
wat sneller te kunnen varen dan 6
km per uur en weer een heel andere omgeving.
Prachtige plekken om af te meren en een paar dagen te
verpozen.
op de Saône, wijd, mooi en goed zwem water |
Ook hier weer een geplande ontmoeting met bevriende
schippers die ons zover kregen dat we, net als zij, gingen zwemmen. In de
kanalen had het me niet echt getrokken maar hier op dit brede stromende water
was het heerlijk om meerdere malen per dag verfrissing in het water te zoeken.
zelfs Panache durfde te zwemmen |
Zelfs Michel en Panache ontdekten dat het eigenlijk best
lekker is om te zwemmen als het warm is.
Inmiddels zijn we tot aan Gray gevaren en weer terug naar
Dole vanwaar we weer naar Gray gaan en dan verder naar het noorden, maar
daarover meer in het volgende blog.