Zoals op de overzichtskaart te zien is hebben we een wat
andere route afgelegd dan ik in het vorige blog aankondigde. Het is dit keer
een erg lang blog maar ook de laatste van dit jaar want in Hannover zijn we
gekeerd en terug gevaren, maar daarover zo meer.
Begin mei zijn we vanaf Wijk bij Duurstede verder gegaan
over het zelfde water maar nu heet het geen Lek maar Neder-Rijn.
Onze volgende stop was Arnhem, waren we ook niet eerder en
zoals te zien op de foto wordt dit ook niet een favoriete plek om af te meren
voor ons.
|
|
Vitesse, de Arnhemse voetbalclub, had de Bekerfinale
gewonnen en dat werd uitgebreid gevierd met een feest en een rondrit in open
bus door de winnaars, helaas voor hen in de stromende regen.
Wat wel erg leuk was in Arnhem, we kregen ineens een mailtje
binnen van een mijnheer die op de kade woont en vanuit zijn raam neerkeek op
ons schip.
Hij had blijkbaar de website bekeken en wou alleen even
zeggen dat hij ’t Majeur er georganiseerd en avontuurlijk vond uitzien en hij
ons mooie reizen wenste.
Wat een leuke ervaring op een druilerige dag.
Na Arnhem de Gelderse IJssel af, vanaf dat punt weer op
bekend terrein al waren we een paar jaar geleden de IJssel opgevaren en toen
vanaf dat punt naar de Maas gevaren.
Wij hadden indertijd begrepen dat wij te groot waren voor de
haven van Zutphen en zijn er toen aan voorbij gevaren; inmiddels was duidelijk
geworden dat we er wel in kunnen.
Op zich klopte het en het leverde een mooi plaatje op want
we lagen echt in het centrum van Zutphen maar wel aan een te kleine steiger en
daardoor heel veel last van passerende commercials.
De volgende dag bleek na enig overleg dat wij welkom waren in de
historische haven van Zutphen, ook veel geschikter voor grotere schepen, iets
verder stroomafwaarts maar ook vlakbij de stad en daar hebben we een aantal
dagen heerlijk gelegen en de stad verkend.
|
|
Niet alleen de stad maar ook de omgeving hebben we, per
fiets verkend, zeer de moeite waard.
We kwamen bij een veld waar ik vanuit de verte kon zien dat
er paardenbloemen stonden maar niet goed zag wat dan de witte bloemen waren.
Dichterbij gekomen bleken dat allemaal pluizenbollen te
zijn, zoveel had ik er nog nooit gezien en één klein zuchtje wind en alles was
weggeblazen.
Een kwestie van net op het juiste moment op de juiste plek
zijn, een bijzonder gezicht.
Meer pluizenbollen dan paardenbloemen |
Vlak boven Zutpen zijn we naar rechts gegaan en via Almelo
door gevaren naar het KWAK, Koning Willem-Alexanderkanaal.
Dit is een 6
km lang kanaal dat pas sinds 2013 in gebruik is. Het is
gegraven om het gebied van de Veenkoloniën meer toegankelijk te maken voor
pleziervaartuigen en is tevens voor veel pleziervaart een aanzienlijk kortere
route naar Haren in Duitsland dan via Ter Apel.
Bij invaren van het kanaal word je begroet door een enorme
houten giraffe, hij staat eigenlijk langs de snelweg maar dat valt niet op.
welkom op het KWAK |
De maximale scheepslengte die door het kanaal kan is 27m.
Daarmee kunnen we er dus net door en vormen de sluizen geen probleem. Er zijn
echter meerdere haakse bochten waar bij vooral degene direct na de brug wel erg lastig was, maar door zeer
langzaam varen en met behulp van een bal als draaipunt en veel geduld van de
brugwachter en degenen die moesten wachten voor de open brug is ook dat zonder
problemen gelukt.
meerdere haakse bochten en alles erg smal |
De route is erg mooi want gaat grotendeels door het natuurgebied
de Veenkoloniën en zelfs dwars door het Veenmuseum, een openlucht museum waar
oude tijden herleven; met je schip kan je daar een nacht afmeren, maar wij
gingen door naar Emmer-Compascuum. Typisch zo’n naam die je alleen uit
schoolboekjes kent maar het bestaat echt en Michel vindt dat het goed staat op
zijn CV.
We moesten nu een beetje gaan doorvaren want het was
inmiddels 14 mei en de 15e was de eerste afspraak met alle andere schepen en
schippers waarmee we uiteindelijk gezamenlijk een week in Berlijn zouden
liggen.
Van Emmer-Compascuum naar Haren was in een dag te doen en we
passeerden dus al snel de Duitse grens. Niet erg spannend en alleen het oude
douane kantoor en ons nu Duitse vaantje markeerden dat moment.
ooit heeft de douane het hier druk gehad |
Achter de laatste sluis voor de haven van Haren stond een
schoolklas jonge kinderen te joelen dat ze wilden meevaren, hierin gesteund
door de onderwijzer die dat ook wel zag zitten.
We konden ze bij een klein ponton allemaal aan boord hijsen
en de 10 minuten vaart de haven in was het hoogtepunt van het schoolreisje.
|
|
Alle andere schepen waren al in de haven, de Berlijn groep
was nu compleet en het eerste palaver kon plaats vinden.
De volgende dag ging ieder op eigen tijd en snelheid verder
naar de tweede palaver plaats, over vier dagen, Minden aan het Mittelland
kanaal.
Het stuk Dortmund-Ems-kanaal naar het zuiden vonden wij niet
erg interessant qua natuur en vooral vervelend vanwege de vele sluizen en
drukke commerciële vaart, maar ja zonder Rijnpatent (papieren waarmee vaart over
de Rijn in Duitsland is toegestaan) is deze route de enige optie.
Eenmaal op het Mittellandkanaal werd het qua omgeving en
varen al meteen een stuk aangenamer, wij voeren samen op met de Linquenda, een
schip van ongeveer gelijke lengte.
Dat we in Duitsland waren met Duitse regels en regels en
regels kwamen we al snel achter.
Wij zijn gewend om te varen in België en Frankrijk, daar
geldt bij afmeren, buiten havens, vooral dat je goed moet opletten dat je
veilig ligt en geen hinder voor anderen veroorzaakt. Zo niet in Duitsland, daar
mag je alleen afmeren als er een bordje staat dat je op die plek mag afmeren.
Op zich niet verkeerd maar er zijn heel veel verschillende bordjes met allemaal
andere aanwijzingen en die dan ook niet voor alle schepen gelden maar speciaal
voor die en die lengte etc etc.
Nou de eerste keer afmeren gingen we dus al gelijk de mist
in.
We lagen keurig uit de vaart, net na het bordje waarop stond
dat we mochten afmeren en hadden vast gemaakt oa. aan gele beugels langs de
kant. Wat we niet wisten was dat we tegenover het kantoor van de Wasser Schutz
Polizei lagen, alom vertegenwoordigd op de Duitse waterwegen.
Zij hadden ons gespot en kwamen onmiddellijk naar ons toe
want het was Verboten!
We lagen ná het bord en moesten ervóór, we hadden aan de
beugels vastgemaakt en die waren een indicatie voor het trapje dat daar is en
dat zijn livesavers voor mensen die in het water vallen. Dat we wel iets naar
achteren mochten liggen en daarbij twee gele beugels blokkeerden deed niet ter
zake (er zijn heel veel gele beugels en trapjes langs de kant).
Peter en Michel druk in gesprek met de politieagent. Hier mochten we niet liggen, een eindje terug bij de gele pijl wel. |
De agent was erg aardig en behulpzaam in het uitleggen van
de regels, maar regels zijn regels en dus kregen we een boete.
Een leuke plek onderweg was nog Bad Essen, een leuk plaatsje
met prachtige huizen en bekend als kuuroord. In het dorp is een vrij toegankelijke
plek waar je de zoute lucht met stoom kunt inademen.
De zoute grond wordt hier heel fijn verdeeld via stoom door
en over de rietstengels, waaruit deze constructie bestaat geleid, heel heilzaam
bij verkoudheid.
|
|
alle zes schepen op een rijtje, goede reden voor een feestje |
|
|
In Minden kruist het Mittellandkanaal over de rivier de Weser, er
is ook een fraai sluizencomplex dat toegang geeft tot de rivier, een zogenaamde
Schachtsluis. Je vaart de sluis in als het ware door een tunnel zodat de
sluisdeur aan de lage kant niet zo hoog hoeft te zijn. Sluizen met een groot
verval zijn vaker zo gebouwd.
Om bij elke schutting water te sparen zijn aan beide zijden
spaarbekkens gebouwd en via een hevel systeem wordt het water uit de bekkens in
de sluis of uit de sluis in de bekkens gepompt.
Bij elke schutting wordt hierdoor 7.300 m³ van de 11.300 m³ bespaard omdat
het in de bekkens naast de sluis wordt ‘bewaard’.
|
|
Zondagmiddag gingen wij welgemoed op weg richting Hannover,
voor we er waren hebben we afgemeerd voor de nacht, de Linquenda lag vlak
achter ons.
De volgende morgen nam onze reis toch een wat andere wending
dan gepland omdat Michel wakker werd met een lamme arm.
Hoewel wij op dat moment niet dachten aan een beroerte,
omdat het alweer snel iets beter werd en er verder geen tekenen waren die daar
op wezen, leek het ons toch beter in Hannover naar een dokter te gaan.
Al varende (de Linquenda vlak achter ons voor het geval we
hulp nodig hadden) hebben we een afspraak gemaakt bij de eerste hulppost
van een ziekenhuis. Op de fiets daarheen en nadat we er vijf uur hadden gewacht
en er nog steeds niemand naar Michel gekeken had op de fiets weer naar huis.
De volgende ochtend ging het minder goed met Michel maar
zijn we wel op de fiets naar een huisarts gegaan. De goede man kreeg zelf bijna
een beroerte toen hij dit allemaal hoorde en heeft Michel linea recta
doorgestuurd naar een, ander, ziekenhuis waar hij binnen de kortste keren op
een stroke unit aan allemaal monitoren lag, het was dus toch een beroerte.
Na 10 dagen ziekenhuis en veel testen en onderzoeken mocht
Michel naar huis en het gaat nu gelukkig goed met hem.
Behalve de schrik en angst in zo’n situatie krijg je ook te
maken met alle praktische problemen die samenhangen met het schip en alle gedoe
van een opname in het buitenland.
In het kader van dit blog zal ik op dat eerste wat meer
ingaan.
Wij liggen vrijwel altijd afgemeerd langs de openbare
waterkant, we zijn te groot voor (jacht)havens, hebben die ook niet nodig voor
de voorzieningen en willen dat ook niet.
Dat is ok als we samen zijn en er hooguit een paar nachtjes
liggen maar alleen en voor langere tijd leek me dat geen optie waarbij ik me
veilig zou voelen.
Soms heeft een mens ook mazzel en er waren lieve mensen bij
me die me steunden en hielpen. Vlakbij waar we lagen afgemeerd was een
jachthaven, waar de dag dat Michel werd opgenomen de enige beschikbare plek
voor een groot schip vrijkwam.
De schipper van de Linquenda heeft mij en ’t Majeur daar
naartoe gevaren en we konden zolang blijven als nodig was.
Onze vrienden zijn nog een paar dagen bij me gebleven en
hebben toen hun reis naar Berlijn voortgezet. De andere vier schepen waren al
verder vooruit.
|
|
Voor ons was al snel duidelijk dat we terug naar Nederland
gingen maar wanneer en hoe was nog even de vraag, voorlopig bleven we in
Hannover.
We hadden veel contact met vrienden en familie en er kwamen
zelfs een paar naar Hannover, erg belangrijk op zulke momenten.
Michel was in het ziekenhuis al snel zijn eigen revalidatie begonnen.
Ik kon mij vermaken met de vele boten, in alle maten en soorten, die
dagelijks voorbij kwamen en de vele fietstochtjes naar het ziekenhuis.
|
|
Na ontslag uit het ziekenhuis moesten we nog zeker twee weken in de buurt blijven voor controles en dergelijke maar gelukkig was er wat afleiding.
|
|
Hoewel de beperkingen van Michel zich wel redelijk
herstelden was hij vooral heel erg vermoeid, iets wat nog lang kan duren. Terugvaren
leverde dus een probleem op, Michel is nodig als schipper om terug te varen, ik
ben alleen een goede matroos en met zijn tweeën ging dat dus niet lukken.
We konden wel hulp vragen van vrienden en familie maar dan
nog zou de reis een paar weken duren omdat wij zelf niet de goede papieren
hebben om over de Rijn te mogen varen, de kortste route. Behalve dat het een
vermoeiende reis zou zijn moest Michel naar Nederland om verdere therapie te
krijgen.
We hadden de ligplaats aangeboden gekregen van onze vrienden
van de Linquenda, een plek in hartje Utrecht. Als we dan toch terug moesten was
dat niet verkeerd.
Na veel bellen, informeren en overleggen was de oplossing
gevonden.
Vanuit Vreeswijk is een, voormalig, beroepsschipper naar
Hannover gekomen samen met zijn vrouw. Zij hebben het schip en ons in
recordtijd terug gevaren naar Utrecht want nu konden we wel via de Rijn. Op
bovenstaande kaart is te zien dat we terug een andere route genomen hebben dan
heen.
In kilometers maakt het misschien niet zoveel verschil maar
in tijd scheelde het aanzienlijk, wij zouden zeker 3 weken over de terugweg
gedaan hebben, de schipper bracht ons in 6 dagen thuis. Langere vaardagen en
snellere vaarmogelijkheden, oa. door minder sluizen.
|
|
Elk nadeel heeft zijn voordeel, zo ook hier want wij hadden
nu ons eigen reisje langs de Rijn.
|
|
Tot ons grote genoegen was de route die we nu voeren zeker zo interessant als de heenweg en we hadden dan ook genoeg te zien.
Omdat wij nog niet eerder op het zuidelijkste deel van het
Amsterdam-Rijnkanaal gevaren hadden waren we nog niet bekend met het fenomeen
de plofsluis. Nu voeren we er recht op af, de grote betonnen overspanning die
op bovenstaande foto te zien is.
Vroeger liep het A-R-kanaal rechtdoor en voeren de boten dus
onder deze bak door (tegenwoordig is de vaarroute er omheen).
De bouw van het A-R-kanaal (1933) had een gat geslagen in de
Hollandse Waterlinie (het liep er dwars doorheen), de mogelijkheid om grote
delen land onderwater te zetten en zo snel een verdedigingslinie te maken. Land
onder water zetten heeft geen zin als het via een ‘lek’ weer allemaal wegloopt.
De oplossing werd gevonden door van de keersluis ter hoogte
van Jutphaas een plofsluis te maken. In de betonnen constructie, die een
relatief zwakke bodem heeft, kan 40 miljoen kilo puin en dergelijke worden
opgeslagen.
Mocht er in de oorlog besloten worden land onder water te
zetten dan was de bodem met explosieven tot ontploffing te brengen en werd zo
het kanaal, en dus de Waterlinie, gesloten. Het zou wel een éénmalige actie
zijn.
Het is nooit gebeurd en tegenwoordig huist er een schietvereniging in de
bak, wordt er toch nog geschoten.de plofsluis |
Het vaarseizoen dit jaar is dus niet verlopen zoals we
gehoopt en gedacht hadden maar mede dankzij de hulp en steun van familie en
vrienden liggen we nu in Utrecht op een leuke plek, komen hier tot rust, er is
de zorg die nog nodig is en er zijn voldoende leuke dingen om te doen. We
hoeven ons niet te vervelen, gaan komende winter weer in Amersfoort liggen en
eens rustig nadenken over het volgende vaarseizoen.
Tot dan.
|