Begin september kunnen wij een rondje varen aanbieden langs alle mooie en indrukwekkende liften en het hellend vlak van Ronquières. We hebben hier een speciaal aanbod voor gemaakt.
Voor wie hierin
geïnteresseerd is KLIK HIER voor meer
informatie.
Hoewel het sinds het laatste blog toch formeel wel zomer is
hebben we daar, op de laatste paar dagen na, net als heel veel mensen, niet
veel van gemerkt.
Dit traject heeft ook zeer in het teken gestaan van de
enorme hoeveelheden water die overal naar beneden gekomen zijn. Als gevolg
hiervan extreem hoge waterstanden en ook veel snellere stroming dan
gebruikelijk.
Vanuit Astene zijn we dan ook niet over de Leie naar Gent
gevaren, helaas want daar had ik me op verheugd, nu hebben we dat dus tegoed,
maar over het Afleidingskanaal.
De Leie is een heel smalle en bochtige rivier en daardoor
moeilijk te manoeuvreren, meer nog als je stroomafwaarts gaat omdat je dan niet
zelf de volledige controle over je snelheid hebt. Bovendien stijgt het water in
de Leie heel snel, kan wel een paar meter zijn binnen een dag waardoor het
breder lijkt maar niet goed duidelijk is waar het hoe diep is.
Gezien de omstandigheden geen optie voor ons dit keer.
Eenmaal op de Schelde merkten we dat ook daar de stroming
heel snel was, we gingen met het tij mee en ook op de Schelde was meer water
dan gebruikelijk, maar die is zo breed dat het geen probleem was. Wel goed
oppassen en alert blijven.
de Schelde oever bij laag water |
Toen we op de heenweg de Schelde opvoeren hadden we stijgend
water om met het tij mee te varen, nu zakkend water.
Het hele beeld van de Schelde was hierdoor compleet anders,
brede zandbanken en heel veel vogels op zoek naar wormen ipv een heel brede
rivier en weinig hoogte bij de oevers.
Als ik nadenk over het effect van hoog of laag water kan ik
dat wel bedenken maar het is toch anders als het zo duidelijk zichtbaar is.
Bij Dendermonde voeren we van de Schelde af en de rivier de
Dender op.
het standbeeld van de vier Heemskinderen op de toren van Dendermonde |
Ook hier was weer sprake van hoog water en snellere stroming
dan normaal maar omdat we nu stroomopwaarts gingen hadden we daar minder last
van, alhoewel bij tijd en wijle nog wel lastig navigeren.
Dat merkte vooral de tjalk, van ons formaat, die we tegen
kwamen richting het noorden die echt de oevers schraapte.
Gelukkig vindt Michel het leuk, kan hij het goed en houdt
hij wel van een beetje uitdaging, af en toe.
Misschien gaan we ook weer via de Dender terug maar alleen
als het de komende tijd niet zoveel regent.
Bij Geraardsbergen kregen we zelfs het advies om maar een
paar uur te wachten voor vertrek omdat de stroming zo sterk was. Als bij de
afwaterende kanalen en rivieren het peil te hoog wordt gaan de schutsluizen open
en lozen ze op de Dender die dan dus, tijdelijk, ineens sterk stijgt.
Geen probleem, genoeg te zien in Geraardsbergen.
Zoals in elke stad en dorp in België was ook hier in het
weekend een wielerparcours uitgezet. We hebben geconstateerd dat veel Belgen in
kuddes fietsen, heel hard, zonder veel aandacht voor andere weggebruikers en
bloedfanatiek.
We hebben trouwens ook veel Belgen hierover horen klagen.
een (kleine) kudde |
Maar in Geraardsbergen had het toch iets speciaals want daar
gingen ze via de Muur, zelfs wieleranalfabeten als wij zijn bekend met de Muur
van Geraardsbergen die sinds dit jaar uit de ronde van Vlaanderen is gehaald.
We hebben gekeken hoe ze naar beneden kwamen glibberen en
glijden over de modderbodem en vervolgens over de kasseien weer naar boven
fietsten.
De volgende dag zijn we nog eens gaan kijken en konden we er
zelf lopen, we snappen nu waarom die kasseien ‘kuitenbijters’ worden genoemd.
slippend en glijdend naar beneden en dan scherp links over de kasseien weer omhoog |
Na Geraardsbergen werd het varen al weer makkelijker omdat
daar de Dender gekanaliseerd is en vanaf Ath is het helemaal kanaal.
In Lessines hebben we het Hôpital Notre Dame à la Rose bezocht. Dit museum
geeft een beeld van acht eeuwen geneeskunde. Een prachtig gebouw, leuke en
informatieve tentoonstelling en een schitterende ommuurde kruidentuin, met meer
dan 120 soorten medische planten en een ijskelder.
het voormalig ziekenhuis en de kruidentuin in Lessines |
De moeite waard om te bezoeken als je in de buurt bent.
Wat in Nederland niet zou kunnen was dat Panache mee naar
binnen mocht en mee liep met de rondleiding (niet dat hij veel belangstelling
toonde), alleen mocht hij niet lopen in de ruimtes waar nog het 17e-eeuwse
parket lag. De gids droeg daarom steeds een krukje mee zodat Michel daarop kon
zitten terwijl hij Panache op schoot hield, nou dat noem ik nog eens service!
Het hele stuk van Dendermonde naar Blaton is mooi groen,
landelijk, leuke stadjes en dorpjes, vooral het laatste stuk na Ath is zeer de
moeite waard.
een sluizentrapje in het kanaal, op de achtergrond de brug in de E42, een ander universum dan waar wij in verkeren |
We hebben nog een nachtje afgemeerd bij de enorme, volledig
ongebruikte, sluis van Pommeroeul waar we vorig jaar een week lagen.
Vervolgens via de Grand Ascenseur van Strépy naar boven,
even indrukwekkend als vorig jaar naar beneden, zie hier het blog over Pommeroeul en de liften van vorig jaar en
hier voor ons SPECIALEAANBOD voor een rondje liften varen in september.
uitzicht vanuit de Strépy lift, tussen de bomenrij de Ancienne Branche |
Het kanaal van Brussel naar Charleroi bleek een heel mooi
stuk om te varen, dat was een leuke verrassing voor ons beiden want, we weten
niet waarom, maar hadden allebei het idee dat het heel grauw en industrieel zou
zijn, integendeel.
het vriendelijke kanaal van Brusswl naar Charleroi |
Vlak bij Charleroi werd het wel industriëler maar toen we de
bocht namen naar de Sambre was daar de volgende verrassing.
Dat is één grote verzameling oude, half vervallen maar deels
nog functionerende industriële vergane glorie.
Het is duidelijk dat dit ooit bloeiende fabrieken waren maar
nu gebeurt er niet veel meer.
Het is beslist een bijzonder stuk om doorheen te varen,
absoluut mooi van lelijkheid en geweldig dat het zo nog allemaal overeind staat
(ondenkbaar in Nederland).
het bizarre, vrijwel verlaten, industriële gebied bij Charleroi |
We zijn nu een eindje verder op de Sambre, weer allemaal
lieflijk en groen en gaan over een paar dagen de grens met Frankrijk over om
nog twee weken la Douce France
op te snuiven voor we weer naar het noorden en heel langzaamaan via meerdere
omwegen richting Nederland gaan.